Leeswaar duurzaamheidsquiz antwoorden
Benieuwd naar de uitslag van deze test?
0 t/m 3 goed: Google is your friend
Super dat je geïnteresseerd bent in duurzaamheid en dat je er meer over wilt weten. Het doen van deze test is een mooie eerste stap. Zoek online naar modeplatforms waar je van kunt leren. Een goede manier om jezelf en anderen te enthousiasmeren.
4 t/m 7 goed: aanstormende mode-influencer
Je hebt niet altijd alle antwoorden, maar in jou huist een duurzame mode-influencer. Echt. Je weet puur op gevoel wat goed is en wat niet. Blijf je verdiepen in het onderwerp en wissel vooral tips uit met je friends.
8 t/m 10 goed: jij bent een kenner
Wow, we zijn onder de indruk. Zoveel goede antwoorden! Waarschijnlijk denk jij niet alleen heel duurzaam, maar breng jij dit ook in praktijk. Echt goed. Een ding misschien nog: fashion is ook fun. Vergeet dat niet.
De uitleg
- Het juiste antwoord is: a.
Bijna 30% van de kleding die we bezitten, ligt ongedragen in de kast. Dat berichtte modesite FashionUnited onlangs. Dat is bijna 1 op de 3 kledingstukken. Wij schrokken er zelf ook een beetje van, maar ergens begrijpen we het wel. Het is immers onmogelijk om al die broeken, rokken, shirts en tops te dragen. Misschien goed om eens bij stil te staan wanneer je weer eens een leuke aanbieding voorbij ziet komen. Eerst tot honderd tellen, dan pas bestellen. Waarschijnlijk heb je zoiets al.
2. Het juiste antwoord is: b.
Vegan leer is een rare term, die is bedacht omdat het goed klinkt. Maar het is niet altijd plantaardig en het is lang niet altijd een goed alternatief voor leer van dierenhuid. Heel vaak bevat het polymeren, kunstmatige stoffen die slecht zijn voor het milieu. Gelukkig zijn er ook ‘leersoorten’, die duurzaam en plantaardig zijn en op verantwoorde wijze zijn gemaakt. Bijvoorbeeld van onbewerkte groentes, restmaterialen uit de landbouw of van fruit. Ananasleer is daar een voorbeeld van. En wat dacht je van een tas van appelleer? Wil je hier meer over weten, doe dan een virtuele tour bij modemuseum Fashion for Good in Amsterdam. Tickets bestellen kan hier.
3. Het juiste antwoord is: a.
Uitverkoop en aanbiedingen zijn zaken die horen bij fast fashion, omdat dat systeem erop is ingericht om mensen steeds meer te laten kopen. Bij slow fashion is dat anders. Daar gaat het vaak om kleding die van betere kwaliteit is. Vaak zijn het basisstukken die met liefde zijn gemaakt en waarvoor je iets meer betaalt. Ze gaan dan ook jarenlang mee en komen niet in de sale.
4. Het juiste antwoord is: c.
Ja, we staan voor enorme problemen: vervuiling, ontbossing, uitbuiting van mensen (en kinderen ☹) in lagelonelanden. En ja, die worden mede veroorzaakt door de mode-industrie en er zijn zeker nieuwe, aangescherpte wetten nodig om het tij te keren. Maar: dat is iets wat we samen kunnen en moeten doen. Als modeliefhebber kun je bijvoorbeeld bewuster kopen en kiezen. Dat doe je door te gaan voor duurzame kleding en tweedehands, maar ook door kleding te ruilen of lenen bij een bibliotheek. Bijvoorbeeld bij Lena the Fashion Library die in 2014 haar virtuele deuren opende. Meer hierover weten? Kijk dan op de site van de Week van de Kledingbibliotheek, die eind vorig jaar voor het eerst plaatsvond.
5. Het juiste antwoord is: b.
Op 24 april 2013 stortte in Bangladesh een gebouw van acht verdiepingen in, waar maar liefst 5.000 textielarbeiders werkten voor Mango, Primark, Benetton en andere bekende ketens. De instorting kostte 1.134 mensen het leven. Iedereen was zo in shock dat men ging nadenken over de manier waarop kleding werd geproduceerd. Letterlijk een geluk bij een heel ernstig ongeluk, ook al lijkt het soms alsof we met z’n allen maar weinig hebben geleerd. Er zijn immers nog heel veel plekken in de wereld waar textielarbeiders moeten werken tegen een heel laag loon en vaak onder heel slechte omstandigheden. Soms zijn die arbeiders nog maar 10 jaar oud. Bij ons is kinderarbeid allang afgeschaft, maar ook in Nederlandse winkels wordt kleding verkocht – en gekocht – die door een van je Aziatische leeftijdsgenootjes kan zijn gemaakt.
6. Het juiste antwoord is: b.
Een hoge prijs is nooit een garantie voor duurzaamheid. Ook grote en dure modemerken laten op dit gebied nog heel veel steken vallen. Je kunt onderzoeken hoe duurzaam een merk echt is door te kijken naar wat in het labeltje staat. Ook zijn er online veel platforms waar je kunt zien hoe een modemerk scoort op de duurzaamheidsladder. Wil je weten waar je moet zijn voor verantwoorde mode, kijk dan op Projectcc.nl. Daar vind je een groot aantal duurzame en eerlijke shopadressen bij elkaar. Voor als je iets anders wilt dan zo’n wegwerp-T-shirt van de H&M.
7. Het juiste antwoord is: c.
Dit is een beetje een strikvraag, we geven het toe, maar de kledingindustrie is over de hele linie zwaar vervuilend. De productie van katoen, waar veel kleding van wordt gemaakt, kost heel veel water en energie en vaak komen er schadelijke stoffen vrij. Dat laatste geldt uiteraard ook voor veel broeken, shirts en jurken die je bij ons in de winkel vindt. Ze zijn de halve wereld over gereisd omdat ze bijvoorbeeld in Bangladesh zijn gemaakt. Alleen maar omdat het daar goedkoper is.
8. Het juiste antwoord is: c.
Natuurlijk kun je een nieuwe jeans kopen, maar waarom zou je als je weet dat voor de productie van een spijkerbroek gemiddeld 8000 liter water nodig is? Regel gewoon een vintage exemplaar. Liefst een echt oudje, van je moeder of tante. Beter voor het milieu en je portemonnee. Versier je broekie met afbreekbare glitters en restjes stof en je 90’s jeans is helemaal klaar.
9. Het juiste antwoord is: b.
Recyclen is het hergebruiken van een kledingstuk. Dat is wat anders dan upcyclen, waarbij je van iets ouds een fantastische, nieuwe creatie maakt. Het juiste antwoord is dus b: swappen is het ruilen van kleding. Leuk om te doen en je slaat twee vliegen in klap: jij bent verlost van de spullen die je toch niet meer draagt en je maakt een ander er blij mee. Organiseer zelf eens een swap party. Wedden dat je vrienden versteld zullen staan van je goede smaak? En andersom natuurlijk.
10. Het juiste antwoord is: a.
Natuurlijk is het niet helemaal hetzelfde, maar de manier waarop textielarbeiders in lagelonenlanden leven, lijkt veel op het bestaan van de katoenarbeiders die vroeger tot slaaf waren gemaakt: werken van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat, voor een heel slecht loon, onder slechte omstandigheden. Vaak in benauwde naaiateliertjes, sweatshops genoemd, zonder daglicht. Als je er iets van zegt, krijg je geen zweepslagen, zoals vroeger, maar ben je je baan kwijt en hoe moet je dan zorgen voor je gezin, of voor je broertjes en zusjes? De slavernij is al bijna anderhalve eeuw voorbij, maar in de kledingindustrie lijkt het soms of de tijd heeft stilgestaan.